Terug
05-08-2019

PFAS in de bodem

Op 8 juli 2019 is door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het “Tijdelijk Handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie” aangeboden aan de Tweede Kamer en deze treedt per direct in werking. Dit kan effect hebben op uw reeds uitgevoerde bodemonderzoek en de ingeplande sanering. Lees hier wat dit precies inhoudt.

Samenvatting en gevolgen van het ‘Tijdelijk handelingsperspectief’ (publicatie Ministerie Infrastructuur en Waterstaat, 8 juli 2019)

1. Huidige problemen rondom PFAS in de bodem

Grond verontreinigd met PFAS kan momenteel niet worden hergebruikt omdat vanuit het huidige beleid grond met een onbekende stof niet mag worden toegepast. Dit leidt landelijk tot stagnatie van projecten in weg- en waterbouw, baggerwerkzaamheden en bouwprojecten.

De minister is daarom vanuit verschillende kanten verzocht om een oplossing te bieden. Het betreft een tijdelijke oplossing omdat nog onderzoek plaatsvindt naar de aanwezigheid van PFAS in Nederland en de bedreiging die dit oplevert voor mens en milieu.

De oplossing bestaat eruit dat (mn) tijdelijke normen zijn vastgesteld waaraan de grond en baggerspecie moet voldoen om te mogen worden toegepast.

Deze oplossing zal moeten worden verankerd in de Regeling bodemkwaliteit maar het Tijdelijk handelingsperspectief mag al in de praktijk worden toegepast op grond van de zorgplicht.

2. PFAS en de bodemproblematiek

PFAS staat voor poly- en perfluoralkylstoffen en is een stofgroep met circa 6000 stoffen die door de mens worden gemaakt. De stoffen hebben brandwerende-, vuil- en waterafstotende eigenschappen en worden al decennialang toegepast in producten zoals verf, blusschuim, pannen, kleding en cosmetica.

In het milieu zijn de stoffen vrijwel niet afbreekbaar en voor enkele stoffen is aangetoond dat deze giftig zijn. Door het wijdverbreide gebruik worden de stoffen niet alleen als puntbronnen maar ook diffuus verspreid in heel Nederland aangetoond.

De minister laat onderzoek doen naar de aanwezigheid van PFAS in het milieu wat waarschijnlijk eind 2020 gereed is.

Het beleid is erop gericht om deze stoffen zoveel mogelijk uit de leefomgeving te weren.

3. Het huidige toetsingskader

Het huidige toetsingskader (Besluit bodemkwaliteit en Regeling bodemkwaliteit) gaat uit van het voorzorgbeginsel om zo geen risico te nemen dat de bodemkwaliteit door het toepassen van grond en baggerspecie verslechtert.

Bij het toepassen in oppervlaktewater wordt getoetst aan de bestaande (water)bodemkwaliteit. Voor het toepassen op de landbodem wordt een dubbele toets toegepast. Hierbij wordt eveneens getoetst aan de bestaande bodemkwaliteit maar moet ook aan bepaalde kwaliteitseisen worden voldaan. Voor beide toetsen wordt onderscheid gemaakt in landbouw/natuur, wonen en industrie. De bestaande bodemkwaliteit wordt ingedeeld in de bodemkwaliteitsklassen landbouw/natuur, wonen en industrie en voor de kwaliteitseisen wordt gesproken over de functieklassen landbouw/natuur, wonen en industrie. Aan ieder klasse is een norm gekoppeld: de achtergrondwaarden voor landbouw/industrie, de Maximale waarde Wonen voor wonen en de Maximale waarde Industrie voor industrie. De norm wordt uitgedrukt in concentraties van de verontreinigende stof in mg (milligram) of µg (microgram) per kg grond (of bagger).

Tenslotte laat het beleid toe dat op lokaal niveau andere normen worden gehanteerd op basis van de lokale omstandigheden.

Omdat voor PFAS nog geen normen waren afgeleid moest tot op heden (dwz 8 juli jl) worden getoetst aan de bepalingsgrens in het laboratorium (het door het laboratorium laagst mogelijk te meten gehalte in de grond).

4. Het nieuwe toetsingskader (‘Tijdelijk handelingsperspectief’)

De tijdelijke nieuwe normen zijn gekozen op basis van bestaand onderzoek waarbij men aan de veilige kant is blijven zitten. Er wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen de klassen wonen en industrie.

Getalsmatig zijn de nieuwe normen nog vrij overzichtelijk: voor landbouw/natuur wordt vastgehouden aan de bepalingsgrens van het laboratorium wat is vastgesteld op 0,1 µg /kg voor alle PFAS.

Voor zowel wonen als industrie is onderscheid gemaakt naar een drietal specifieke stoffen en de overige (ca 6000) stoffen:

PFOA: 7,0 µg /kg
PFOS, GenX en overige PFAS: 3,0 µg /kg (gehalte per stof)
Een belangrijk criterium is tenslotte de plaats van toepassen: deze normen gelden voor het toepassen boven de grondwaterspiegel óf tot 1 meter minus maaiveld (m-mv) bij hoge grondwaterstanden. Bij het toepassen onder de grondwaterspiegel of dieper dan 1 m-mv geldt voor alle PFAS de ondergrens van 0,1 µg /kg.

Voor het toepassen in oppervlaktewater ligt het iets anders: voor grond geldt altijd de norm 0,1 µg/kg maar voor baggerspecie wordt onderscheid gemaakt in het toepassen bovenstrooms en diepe plassen (0,1 µg /kg) en benedenstrooms toepassen (de gebiedseigen kwaliteit).

5. Lokaal beleid

Gemeenten en waterbeheerders kunnen lokaal strengere of minder strenge normen vaststellen (met desgewenst gebruik van de Risicotoolbox bodem).

6. Storten, reinigen, opslaan en saneren van PFAS houdende grond en baggerspecie

Geadviseerd wordt om vergunningen voor inrichtingen die zorgen voor storten, reinigen, opslaan of verwerken van grond of baggerspecie aan te passen zodat ook deze verwerkingsmogelijkheden beschikbaar komen voor met PFAS verontreinigde grond of baggerspecie.

Storten wordt daarbij in principe zoveel mogelijk ontmoedigd en kan alleen als de gehalten ook na reiniging hoger zijn de toepassingsnormen uit dit handelingskader. Indien storten door de aanwezigheid van andere verontreinigende stoffen noodzakelijk is dan zullen bij een gehalte PFAS boven de toepassingsnormen aanvullende maatregelen nodig zijn. Bij storten én opslag zal oa een ondoorlatende onderafdichting noodzakelijk zijn en lozingen moeten gecontroleerd plaatsvinden. Voor baggerpecie depots gelden specifieke eisen (zoals dat deze vergund moeten zijn, onderzoek bij onverwacht hoge gehalten ed). Momenteel lopen proeven die aantonen dat met PFAS verontreinigde zandgrond succesvol kan worden gereinigd. PFAS houdende zandgrond mag daarom vooralsnog niet worden gestort (het moet vergund, tijdelijk worden opgeslagen met onder- en bovenafdichting).

Voor reinigers geldt dat deze grond die is verontreinigd met andere stoffen mogen reinigen mits de gehalten PFAS onder de toepassingsnormen blijven. Indien de gehalten PFAS hoger zijn dan moet de reiniger een vergunning hebben om de grond te mogen reinigen.

7. Onderzoek, metingen en vervolg

Het RIVM voert diverse onderzoeken uit naar het gedrag en de aanwezigheid van PFAS in het milieu. Naar verwachting komen in 2020 voldoende resultaten beschikbaar om het handelingskader te evalueren en het definitieve handelingsperspectief vast te stellen. Er zal daarbij ook nader onderscheid worden gemaakt naar de klassen landbouw/natuur, wonen en industrie.

De betrokken overheden, mn gemeenten,  wordt geadviseerd om zelf PFAS preciezer in beeld te brengen zodat daarmee de bodemkwaliteitskaarten en het lokale beleid kan worden ingevuld.

Meer informatie over nieuwe ontwikkelingen wordt op de website van Bodem+ gepubliceerd: www.bodemplus.nl

8. Besluit Bodemkwaliteit – definitie toepassen van grond of baggerspecie

Benadrukt wordt dat alle overige verplichtingen van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing zijn. Specifiek wordt verwezen naar artikel 35 waarin een opsomming staat van toepassingen die zijn toegestaan. Alle andere vormen van toepassen van grond of baggerspecie zijn dus niet toegestaan! (en worden gezien als verwijderen van afvalstoffen volgens hoofdstuk 10 van de Wet Milieubeheer).

9. Doorwerking van het tijdelijk handelingskader in de praktijk

Met dit tijdelijk handelingskader wordt geen geldende regelgeving aangepast en het heeft daarmee geen juridische status. Dat is wel het geval zodra de normen in de Regeling bodemkwaliteit zijn opgenomen. Dit tijdelijk handelingskader staat de zorgplicht echter niet in de weg als hieraan wordt voldaan en dan met name de toepassingsnormen.

Voor waterbeheerders geldt dat deze tot 1 oktober 2019 de tijd hebben om hun (lang vooruit geplande) projecten in lijn te brengen met het handelingskader en daarbij per direct (8 juli jl) PFAS metingen  moeten meenemen in hun projecten.

Gemeente of waterbeheerders kunnen een gebiedsspecifiek toetsingkader vaststellen en het tijdelijk handelingskader daarbij als vertrekpunt nemen (met name voor minder strenge normen).

Meer weten over Stepforward of heb je een vraag?

Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. We staan je graag te woord! 

Neem contact met ons op